h

Superstaat NEE! Samenwerken JA

Blijf niet mokkend aan de kant staan...

15 februari 2014

Superstaat NEE! Samenwerken JA

In verband met de naderende verkiezingen voor het Europees Parlement en de snel wijzigende omstandigheden in Europa hebben de Tweede Kamerfractie, het partijbestuur en de partijraad zich gebogen over de vraag ‘Wat te doen?’. Op zaterdag 28  september is onderstaande notitie besproken en vastgesteld. Over (de toekomst van) de euro verschijnt binnen afzienbare tijd een aparte publicatie.

Jan Marijnissen vertelt de geschiedenis van Europa

 

In Heel de mens zeggen we het zo:

In een wereld waar mensen en landen steeds meer met elkaar te maken hebben en van elkaar afhankelijk zijn, is het nodig dat op steeds meer terreinen wordt samengewerkt, ook in geïnstitutionaliseerde verbanden. Bij beslissingen over het aangaan, uitbreiden, omvormen of beëindigen van deze verbanden dienen de volgende criteria gehanteerd te worden: de samenwerking hoort voor burgers doorzichtig te zijn; de samenwerking dient rekening te houden met de gevolgen van de schaalgroone voor de betrokkenheid van mensen; de samenwerking mag niet leiden tot onverantwoorde uitholling van de nationale soevereiniteit en de nationale democratie; en de samenwerking moet bijdragen aan betere verdeling van welvaart en welzijn en aan bescherming van de mensen- rechten.’

De huidige Europese Unie botst met die uitgangspunten. Veel burgers zien in ‘Europa’ eerder een tegenstander dan een medestander als het gaat om een betere verdeling van welvaart en welzijn en bescherming van mensenrechten. Ze vinden de Europese Unie een ondoorzichtige en ondemocratische constructie die over ons de baas speelt. Dat is gevaarlijk, bedreigt een gedragen samenwerking in Europa en vergroot de onderlinge tegen- stellingen tussen landen en burgers. Wij willen de praktische en betrouwbare medestander en bondgenoot zijn van iedereen die graag wil samenwerken, maar daarvoor niet wezenlijke waarden in onze samenleving wil opofferen.

 


Europese verkiezingen 2009

 

De SP in het Europees parlement

In mei 2014 kiest de Nederlandse bevolking de Nederlandse leden van het Europees parlement. Op basis van onze uitgangspunten bepalen we onze algemene inzet en ons concrete optreden in het Europees Parlement. Dat parlement heeft (gedeelde) zeggenschap over tal van belangrijke zaken. Hoeveel geld geeft de Europese Unie uit en waaraan? Hoe controleren we dat ons geld niet verdwijnt of zinloos wordt rondgepompt? Aan welke Europese wetgeving worden de burgers in de 28 lidstaten van de Unie gebonden? Functioneert de Europese Commissie zoals we willen – of juist niet? Welke kant willen we op met Europese samenwerking? Alle voorstellen waarover het Europees Parlement (mee)beslist beoordelen wij aan de hand van onze beginselen. Voorstellen die bijdragen aan een betere verdeling van welvaart en welzijn en bescherming van de mensenrechten krijgen onze steun. Voorstellen die daar tegenin gaan kunnen rekenen op ons verzet. Voorstellen beoordelen wij op hun doorzichtigheid voor burgers, hun schaalgroone en de gevolgen daarvan voor de betrokkenheid van de bevolking en het respect voor de nationale soevereiniteit en de nationale democratie. Hoe meer stemmen we krijgen bij de Europese verkiezingen, hoe sterker we ons daarvoor kunnen maken. Deze vijf voorstellen vormen onze inzet bij de komende verkiezingscampagne:

 


Europese verkiezingen 2004

 

1. Geen Europese superstaat, belangen bevolking voorop

Europese samenwerking is altijd een kwestie van politieke keuzes. Volgens ons worden vaak de verkeerde keuzes gemaakt, die ernstige gevolgen hebben voor onze burgers en voor onze samenleving. Daar zijn politieke partijen en nationale regeringen voor verantwoordelijk. Wie wijst naar ‘Brussel’ verschuilt zich. Een regering die ervoor kiest om te bezuinigen op publieke voorzieningen moet ‘Brussel’ niet de schuld geven, maar zelf verant- woordelijkheid nemen. Door het Verdrag van Maastricht (1992) en alle daarop volgende Europese Verdragen ontwikkelt de Europese Unie zich tot een ondemocratische, ondoorzichtige en oppermachtige Europese superstaat. Daardoor worden de nationale soevereiniteit en de nationale democratie steeds verder uitgehold. Burgers ervaren de Europese Unie steeds minder als bondgenoot en steeds meer als bedreiging. Daarom heeft de SP zich consequent tegen deze verdragen gekeerd. Omdat de meeste andere partijen wel hebben ingestemd, hebben zij Nederland aan deze verdragen gebonden. Daarvoor dienen zij zich te verantwoorden, ook bij de komende Europese verkiezingen.

 


Europese verkiezingen 1999

 

2. Geen Europese regering, een bescheiden Europese Unie

De huidige samenwerking in de Europese Unie moet wat ons betreft zo snel mogelijk op de schop. Dan kunnen we de ontwikkeling naar een Europese superstaat stoppen en samenwerken op basis van gelijkwaardigheid en tot wederzijds voordeel. We willen een nieuw Europees Verdrag dat de positie van deelnemende lidstaten versterkt en de vrijheden om ergens wel of niet aan mee te doen vergroot. We willen geen Europese superstaat en hebben dus ook geen behoefte aan een Europese regering. De verregaande voorstellen van de Europese Commissie om op korte termijn tot zo’n regering uit te groeien kunnen wat ons betreft in de prullenmand. De bevoegdheden van de Europese Commissie schaffen we in haar huidige vorm af. In plaats van een dominante, neoliberale Commissie willen wij een Commissie die zich beperkt tot het uitvoeren van door lidstaten genomen besluiten. Een gedepolitiseerd orgaan, dat politiek wordt aangestuurd door de lidstaten, door hun regeringen en parlementen. Een bescheiden Commissie met minder macht en minder taken zal ook zorgen voor een drastische vermindering van de Brusselse bureaucratie. Een munt is een middel, geen doel. Goede samenwerking en coördinatie tussen landen die de euro hebben is belangrijk, evenals het nakomen van afspraken. De monetaire unie en onze deelname aan de eurozone mag er echter niet toe leiden dat we nationaal de eindverantwoordelijkheid over ons beleid verliezen. Omdat we geen Europese superstaat willen, moet de Europese muntunie zich daaraan aanpassen. Als dat niet kan, kost de euro meer dan ons lief is en moeten we werken aan betere oplossingen.

 


Campagne affiche 2004

 

3. Zelf eindverantwoordelijk voor onze publieke sector

Door opeenvolgende Europese verdragen zijn de Europese binnengrenzen verdwenen. Er is vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten en arbeidskracht. De voordelen van een Europese markt zijn aanwezig, maar niet vanzelfsprekend – en moeten steeds worden afgewogen tegen de nadelen. Nationale volksvertegenwoordigingen moeten kunnen ingrijpen als dat nodig is om de samenleving te beschermen. De nationale volksvertegenwoordiging moet de eindverantwoordelijkheid hebben om de aard, omvang en kwaliteit van de publieke dienstverlening vast te stellen. Nationaal moet de mogelijkheid bestaan de publieke sector te vrijwaren voor verplichte marktwerking in het kader van de Europese binnenmarkt.

 


Campagne tegen de Europese grondwet 2005

 

4. Brussel niet de baas laten spelen, vetorechten voor de volksvertegenwoordiging

We willen de Europese Unie niet langer de baas laten spelen op terreinen waar veel beter op nationaal niveau overlegd en besloten kan worden. Sociale volkshuisvesting, onze gezondheidszorg, onze pensioenen en lonen, onze ruimtelijke ordening en ons onderwijs, zijn allemaal zaken waarover Brussel niets te zeggen hoort te hebben. Dat geldt ook voor ons buitenlands en defensiebeleid. Nederland moet de stofkam halen door alle eerdere Europese afspraken. Alles wat niet (meer) passend is om door de Europese Unie geregeld te laten worden, moet worden beëindigd – in goed overleg met de andere lidstaten. Bij toekomstige besluiten over samenwerking in EU-verband moeten burgers en nationale parlementen veel meer te zeggen krijgen. Ingrijpende samenwerkingsbesluiten horen per referendum aan de bevolking te worden voorgelegd. Overige besluiten moeten door het nationale parlement worden gewogen voordat ze in werking kunnen treden. Het recht van een land om niet (meer) mee te doen met bepaalde afspraken in Europees verband moet worden hersteld. Nederland moet net als een aantal andere lidstaten het recht krijgen niet (meer) mee te doen aan regelingen van zaken die we liever nationaal aanpakken. Een nationaal vetorecht vergroot de betrokkenheid en de invloed van bevolking en volksvertegenwoordiging bij Europese samenwerking.

 


Campagne affiche 2005

 

5. Kiezers en gekozenen moeten de speelruimte van de regering vaststellen

Het Europees Parlement hoort geen fanclub te zijn van de Europese Unie maar de nationale democratie aan te vullen bij het houden van toezicht op Europese regel- geving en Europese fondsen. We zouden willen dat het Europees Parlement sterker wordt verbonden aan de nationale volksvertegenwoordiging. Dat kan bijvoorbeeld door herinvoering van het dubbelmandaat, waarmee een Kamerlid tevens lid wordt van het Europees Parlement. We willen dat de Nederlandse afgevaardigden in het Europees Parlement voortaan periodiek met het nationale parlement en de regering overleggen over wat in Nederland en Europa gezegd en gedaan gaat worden. De Nederlandse regering hoort bij Europese onderhandelingen voortaan door het Nederlandse parlement vooraf aan een helder omschreven onderhandelingsmandaat te worden gebonden. Andere parlementen (zoals in Denemarken en Finland) hebben daar goede ervaringen mee. Zo kan het parlement voorkomen dat de regering meer weggeeft dan de volksvertegenwoordiging wil. Zo kan de bevolking zien wat politieke partijen daadwerkelijk wel en niet door de Europese Unie willen laten regelen. Alleen als burgers weten dat samenwerking gebeurt zoals zij het willen en hun belangen worden beschermd, ontstaat er nieuw draagvlak om ook over grenzen heen samen te werken, tot wederzijds voordeel.

U bent hier